donderdag 27 december 2007

Dante 01


Regisseur Marc Caro is met Dante 01 aan zijn eerste solofilm toe. Voorheen regisseerde hij samen met Jean-Pierre Jeunet Le cité des enfants perdus(1996) en Delicatessen(1991). Net zoals in deze films creëert Caro opnieuw een bevreemdend, sfeervol universum.

De verteller opent met «Il était une fois… » en kort erna krijgen we een citaat uit Dante’s Divina Commedia: «Vous qui entrez, perdez toute espoir». Zo krijgen we van bij het begin een beeld van de film als een apocalyptisch sprookje. Foto: Saint Georges, Elisa en het virus 'Nano-X'

Dante 01 is de naam van een gevangenis die om de onherbergzame planeet Dante cirkelt. Zoals bleek uit het citaat wordt ze voorgesteld als het voorgeborchte van de hel. Binnen verblijven zes gevangenen, twee wetenschappers, en drie opzichters. Samen met de wetenschapper Elisa komt een nieuwe gevangene aan boord van het station. Elisa wil er pas ontwikkelde nanotechnologie testen op de gevangen, die ze als waardeloze proefkonijnen ziet. Alle gevangenen die door Elisa geïnjecteerd worden met ‘Nano-X’ verkeren kort daarna in levensgevaar. Telkens wanneer deze op het punt staan te sterven, worden ze op miraculeuze wijze gered door ‘de nieuwe’, die onmiddellijk wordt aanbeden door enkele gevangenen en over mysterieuze krachten lijkt te beschikken. De zwijgzame, ziekelijke Saint Georges (Lambert Wilson) kan namelijk door een lichaam heen kijken, om daarna de ‘ziekte’ in zich op te nemen, op ongeveer dezelfde manier zoals John Coffey in The Green Mile.

César (Dominique Pinon, ook al te zien in Le cité des enfants perdus en in Delicatessen) is de officieuze leider van de gevangenen en voelt zich door Saint Georges bedreigd. Hij overhaalt een andere gevangene om hem te vermoorden, maar na een bloedige steekpartij herrijst Saint Georges, zoals het een volwaardige messias betaamd.

Caro hecht duidelijk veel belang aan sfeer in de film, getuige de indrukwekkende special effects en de erg gedetailleerde decors, die doen denken aan Alien:Ressurection en Cube. Een minpunt is wel dat Caro minder belang aan de uitwerking van de personages besteedt. In Cité des enfant perdus en Delicatessen nam Jeunet de casting voor zijn rekening. Net op dat vlak blijft Caro in gebreke. Vooral de koude wetenschapsvrouw Elisa en haar conservatieve rivale Persephone, die tegen de experimentele behandeling gekant is, weten amper te boeien. Dat wordt echter goedgemaakt door de acteerprestatie van Pinon, die geloofwaardig een evoluerend personage weet neer te zetten.

Dit science-fiction sprookje zit vol bijbelse metaforen en mythologische verwijzingen. Caro lijkt met deze film vooral te willen aantonen dat rationaliteit, technologie en moderne wetenschap (belichaamd door Elisa) niet alles kunnen verklaren. Bovendien kunnen ze niet op tegen de natuurlijke, spirituele krachten in het universum. Die laatste kant wordt vertegenwoordigd door de gevangene Saint Georges, de verpersoonlijking van mededogen. Ondanks de aanslag op zijn leven, ziet Saint Georges toch nog hoop voor de mensheid. In de psychedelische slotscène van de film, die erg sterk aan Kubrick’s 2001: A Space Odyssey doet denken, offert messias Saint Georges zich op voor de fouten van de anderen en bij uitbreiding voor de zonden van de hele mensheid. (release: 9 januari)

dinsdag 4 december 2007

The assassination of Jesse James by the coward Robert Ford


Part 1: the movie

Western is niet bepaald mijn favoriet filmgenre. Toch hield dit me niet tegen om naar ‘The assassination of Jesse James by the coward Robert Ford’ te gaan kijken. En gelukkig maar. Geen moment had ik het gevoel in een klassieke western beland te zijn, maar gewoon in een steengoede film.

‘The assassination of…’ gaat over de cowboylegende Jesse James (vertolkt door Brad Pitt), bendeleider van een ‘gang’ die de kost verdient met het overvallen van banken en stoomtreinen. Samen met zijn broer Frank, houdt Jesse de touwtjes van de ‘gang’ stevig in handen. Enige tegenspraak of twijfel wordt niet gedoogd.

Op een dag duikt de negentienjarige Robert Ford op. (gespeeld door Casey Affleck, inderdaad de broer van…) Robert is sinds zijn kinderjaren gefascineerd door de figuur ‘Jesse James’. Een adoratie die zo groot is dat het met momenten gênant wordt. Robert zou zo wat alles doen om in de buurt van Jesse te vertoeven. En Jesse maakt daar handig gebruik van.

Jesse James is vijand nummer 1 van de Amerikaanse autoriteiten, die een enorm bedrag beloven aan diegene die de ultieme tip kan leveren om Jesse in te rekenen. Deze klopjacht begint na een tijdje zijn tol te eisen. Jesse lijdt aan slapeloosheid en wordt langzaamaan psychotisch. Paranoia zet er hem toe aan om vermeende klikspanen uit zijn ‘gang’ uit te schakelen.

De tanende machtspositie van Jesse en het feit dat die geen gelegenheid aan zich laat voorbij gaan om de adoratie van Robert Ford in het belachelijke te trekken, leiden ertoe dat de onderlinge relaties veranderen. Roberts fascinatie slaat om in een ware machtstrijd tussen de ouwe rot en het groentje.

Het mooie aan deze film is dat er aan deze strijd verbazend weinig kogels te pas komen. De regisseur, Andrew Dominik, koos ervoor om vooral de psychologische oorlogsvoering tussen beide hoofdpersonages te belichten. ‘The assassination of…’ is een redelijk trage film, die door de voortdurende mentale spanning en de verbluffende acteerprestaties van Pitt en Affleck, nooit saai wordt.

Wie nu denkt ‘we bekijken dit later wel eens op DVD’, heeft het mis. Een van de grootste troeven van deze film is de fotografie, die alleen volledig tot haar recht kan komen op groot scherm. Rep u dus naar de bioscoop, tenzij u thuis over een gigantisch plasmascherm beschikt natuurlijk.

Rwanda bant plastic zakjes



In haar ijver om van Rwanda één van de aantrekkelijkste Afrikaanse landen te maken, voert de Rwandese overheid sinds 2004 strijd tegen de plastic zak. En zoals bij zowat alles wat ze doet, doet de regering Kagame dit grondig.

Wie de laatste jaren naar Rwanda gereisd heeft zal het wel gemerkt hebben. Eens in de luchthaven van Kigali aangekomen wordt je bagage aan een grondige controle onderworpen. Controles op drugs of wapens, zou een mens denken. Maar niets is minder waar, voorwerp van deze zoektocht vormt de ordinaire plastic zak.

Oog voor het milieu

Het regime in Kigali hecht veel belang aan de netheid van hun land. Dit zowel vanuit milieubewuste redenen, als uit de overweging dat een proper en verzorgd Rwanda meer toeristen aantrekt, en dus meer geld naar het land brengt.

Het is vanuit deze gecombineerde visie dat de regering Kagame in 2004 de strijd aanging tegen plastic zakjes, en een nationale bewustmakingscampagne op touw zette waarbij elke Rwandees werd opgeroepen om een dagje vrij te nemen en zijn buurt te ontdoen van alles wat plastic was.

In 2006 mondde deze strijd uit in een verbod op plastic zakjes,dunner dan 100 micrometer, dat via een milieuwet werd vastgelegd.

Volgens Marleen Vos, verantwoordelijke voor de partnerwerking met Afrika bij de Belgische NGO 11.11.11 , werpt het verbod, alleszins in de Rwandese hoofdstad Kigali, zijn vruchten af. “Kigali is naar Afrikaanse normen een heel propere stad. Vooral als je ze vergelijkt met bijvoorbeeld Kinshasa. In de Congolese hoofdstad wordt bijna alles, zelfs water, in plastic zakjes verkocht. Aangezien het vuilnis er niet wordt opgehaald, verzamelen de burgers na verloop van tijd deze afval en verbranden het, wat heel schadelijk is voor het milieu en de gezondheid van de bevolking.”

Vervuiling door plastic zakjes is een groot probleem in het hele Afrikaanse continent. Grote delen van Afrika liggen bedekt onder een dun laagje plastic. In Zuid-Afrika heeft men zelfs een naam voor dit fenomeen. De rondzwevende plastic zakjes worden er de ‘national flower’ genoemd, verwijzend naar het kleurrijke beeld dat deze vervuiling achterlaat.

Het hoeft niet gezegd dat milieuverenigingen opgetogen zijn over het verbod. Plastic zakjes zijn immers heel vervuilend door de olie die ze bevatten, en het duurt meer dan 10 jaar voor ze volledig vergaan zijn.

De keerzijde van de medaille

Maar niet iedereen is onverdeeld gelukkig met dit regeringsinitiatief. Zowel aan de kant van de Rwandese consumenten, als aan die van de winkeliers, valt er wat gemor te horen.

De overheid stelde enkele alternatieven voor om het gebruik van de plastic zak te vervangen. Eén daarvan is de papieren zak, milieuvriendelijker dat is zeker, maar deze zak is wel vijf keer zo duur als de plastic variant. Aangezien de kost van verpakkingen meestal wordt doorgerekend in de prijs van de producten, wordt de Rwandese consument dus in zijn, over het algemeen genomen, nogal magere beurs getast.

Maar ook de winkeliers voelen zich een beetje in de kou gezet. Zij vinden dat de overheid te weinig rekening houdt met specifieke situaties. Zo is het volgens hen onmogelijk om vis of vlees te vervoeren in een papieren zak. Ook vrezen zij voor het verlies aan klanten door de hogere prijs.

Volgens de Rwandese Minister van Milieu, Drocella Mugorewera, moeten consumenten die een probleem hebben met het gebruik van papieren zakken maar overschakelen op de traditionele mand.

Autoritaire trekjes

De Rwandese overheid waakt er nauwlettend over dat het verbod wordt nageleefd. Controleurs in de nationale luchthaven zorgen ervoor dat geen enkele toerist met een plastic zak in zijn bezit het land binnenkomt.

Winkeluitbaters die zich niet aan het verbod houden kunnen maatregelen verwachten en die zijn soms hard. Minister Mugorewera geeft toe dat de regering al een aantal winkels gesloten heeft omdat de uitbaters het verbod in de wind sloegen.

Ook zouden regeringsmilities regelmatig burgers tegenhouden die toch hun aankopen vervoeren in plastic zakjes, en daarbij gaan ze niet altijd even vriendelijk te werk. Volgens BBC-News zijn er klachten van Rwandese burgers dat regeringsmilities het verbod aangrijpen om de producten, die in de plastic zakjes vervoerd worden, te stelen of te vernietigen.

Zijn dit voorbeelden van de autoritaire trekjes waarmee president Kagame, volgens verschillende internationale NGO’s zoals 11.11.11, Amnesty International en Human Rights Watch, regeert?

“Vooral de uitvoering van dit verbod kan men in het licht van het autoritaire karakter van de Rwandese regering bekijken”, zegt Filip Reyntjens, Professor aan de Antwerpse universiteit en Rwanda-kenner. “Maar toch kan ik het verbod ,dat de regering heeft ingesteld, volgen. Het is een uiting van het ‘engineering’-karakter van het regime in Kigali, de Rwandese regering gelooft dat de wereld maakbaar is. De uitvoering bevat dus wel enkele autoritaire kantjes, maar ik heb de indruk dat de schade voor de gewone Rwandees in dit domein wel meevalt”.

Trendsetters

Rwanda is niet het enige land dat de strijd tegen de plastic zak heeft aangeknoopt, maar het was wel één van de eersten. Andere landen waar de plastic zak verboden is, zijn Bangladesh, Zuid-Afrika en Bhutan. Ook de steden Mumbai en San Fransisco weerden de plastic zak uit het straatbeeld. Sommige landen vinden een verbod een brug te ver gaan, en kiezen voor het heffen van een tax, of laten, zoals Ierland en Taiwan, de consument betalen voor het gebruik van een plastic zak.

Ook wij, Belgen, moeten in steeds meer winkels betalen voor hetgeen we slechts een paar maand geleden nog als een vanzelfsprekende klantenservice zagen. Duidelijk mag zijn dat de strijd tegen de plastic zak een algemene trend is, al verschilt de manier waarop men die aangaat van land tot land.

dinsdag 27 november 2007

Paul McCarthy, HEAD SHOP/SHOP HEAD


In het S.M.A.K. in Gent loopt de tentoonstelling Head Shop/shop Head van de Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy. Na veel lovende recensies (o.m. in Focus Knack) te hebben gelezen ging ik een kijkje nemen.

De metershoge ketchupfles op het dak van het museum springt meteen in het oog. De inkomsthal voorbij stap je een andere wereld binnen. Het woord inferno komt spontaan bij me op. Ben ik van de rechte weg afgedwaald? Het SMAK onderging overigens serieuze verbouwingswerken om McCarthy's enorme sets te huisvesten.

Het eerste wat ik zie is een piraat met een enorme neus (uiteraard een fallus) die zomaar iemands been afhakt. Elders op de wanden worden overal vreemde, op het eerste gezicht bloederige beelden vertoond. McCarthy nam meer dan 200 uur filmmateriaal op van een soort piraten/slagersorgie met tonnen ketchup en verf, anders kan ik het niet beschrijven. Deze beelden zijn dan ook de rode draad doorheen de tentoonstelling.
McCarthy wil hiermee niet zozeer taboes doorbreken, maar levert eigenlijk kritiek op de consumptiemaatschappij. De piratenorgie is een groteske parodie op de kaskraker Pirates of the Caribbean. In het SMAK staat ook het piratenship (en het reddingsbootje) waarop dit groteske feest plaatsvond.

Het bloed in de taferelen op de muren is duidelijk ketchup, en McCarthy benadrukt voortdurend dat alles fake is. We kijken voortdurend naar seks en geweld op tv en we consumeren er op los. Door deze hedendaagse obsessie in het absurde door te trekken, plaats hij het menselijke gedrag in perspectief en kaart de hypocrisie van de consumptiemaatschappij aan.

Ook met president Bush loopt McCarthy niet hoog op. In de volgende ruimte staat The Bush Train, een beeldhouwwerk van een tiental Bush'en die op een tafel vol lege drankflessen gezwind een polonaise uitvoeren. Op de muren krijgen we een reeks foto's die progressief het verhaal vertellen van een avondje uit met Bush, de Queen Mum en Osama Bin Laden. Drie acteurs met enorme maskers op laten zich volledig gaan op de foto's. Hoe verder langs de muur je wandelt, hoe minder verticaal de personages afgebeeld worden, en hoe minder kleren ze aanhebben. Op de laatste foto, in hard rood licht genomen, liggen de drie naakt op de grond in hun eigen uitwerpselen.

Verder opmerkelijke werken zijn the forest, een heus bos(je) waar twee mechanische poppen respectievelijk een boom en de grond aan het neuken zijn. Ook het mechanische varken, getiteld Greed is niet te versmaden, vooral in contrast met de platte reclamepanelen aan de wanden naast het varken.

Dit infernaal pretpark is een tentoonstelling zoals ik er maar zelden gezien heb. McCarthy's kunst is choquerend en provocerend, maar bovenal passioneel, hard en ronduit geschift.

Kortom, een aanrader voor elke zichzelf respecterende kunstminner die een sterke maag heeft.
Nog tot 17 februari in het S.M.A.K. in het Citadelpark te Gent.

zondag 25 november 2007

Danske placeren


Ik hou van mijn geboortestad, Gent. Ik hou van de sfeer, haar cafés. Maar op één gebied laat deze stad me in de steek.

Heb je ook zo van die dagen dat je echt zin hebt om een danske te placeren? Dat het ongelooflijk kriebelt om de heupen nog eens in beweging te zetten?

We kunnen naar de ‘Charlatan’ of ‘den Deca’ gaan. Heel hip dat zeker, en vooral de ‘juiste’ muziek. Maar soms is ‘juist’ zo fout, heb je even geen zin in de meest hippe vogels van Gent om je heen.
Dan smeekt mijn lijf om een goed ‘Britneyke’ of een lekkere George Michael. Geen ‘Fredo en Tang’ dan voor mij, maar eens goed met de kont draaien op zijn Shakiriaans.

De plaatselijke scoutsfuif lijkt op het eerste zicht nog een goed idee. Maar na een uurtje worden de ‘oma komt ook nog eens langs’-blikken me iets teveel. We bestellen nog een goedkoop pintje en maken dat we zo snel en ongezien mogelijk wegraken.

Alternatieven? Natuurlijk, ‘De planchee’ of ‘het geduld’ zijn er ook nog.
Heel fijn allemaal, zolang je erin slaagt om de iets te gretige blikken en schuimende lippen van het overjaarse publiek te negeren.
Neen, met de uitvijzerskoten hebben we het ook wel gehad.
Blijft nog over, een ‘8O’s night’, eens per jaar in een bekende cultuurtempel.

Lijkt het geen gat in de markt? Een leuke plek waar toffe jongens en meisjes eens de beentjes kunnen strekken op de muziek die een deel van hun jeugd bepaald heeft.
Of sta ik alleen in mijn verlangen om af en toe eens ‘Britney’s slave’ uit te hangen?

zondag 18 november 2007

What the fuck?


De correctionele rechtbank van Aarlen heeft een 82-jarige pedofiel veroordeeld tot drie jaar cel met uitstel. Een betrekkelijk lichte straf zou je denken.

Maar het wordt volledig belachelijk als je eens een blik werpt op de feiten waarvoor de man veroordeeld is.

De dader is erin geslaagd om 37 jaar ononderbroken zijn drie dochters, nichtje en vier kleindochters te verkrachten. Hij deed dit telkens wanneer hij met zijn slachtoffers ging wandelen.

Ommetje maken met opa, neen bedankt.

Ernstige feiten, dat zeker. Maar de rechter oordeelde dat het nodig was om toch wat vergevingsgezindheid te tonen. De man is immers hoogbejaard en lijdt aan kanker.

Blijkbaar zijn bepaalde rechters niet opgezet met het verhoogde vertrouwen van de burger in justitie de laatste jaren.

Het tij kan snel keren.

vrijdag 16 november 2007

Journalistiek kan ook anders (deel twee)



Waarschijnlijk nóg beter dan Palestine, maar al minder actueel, is Safe Area Gorazde(240 pagina’s) over de oorlog in ex-Joegoslavië. Joe Sacco(zie voorgaande post) bracht 4 maanden door in Bosnië in ‘95-’96. Naast heel wat interessante politiek-historische informatie brengt Sacco net als in Palestine vooral de menselijke kant van oorlog. Sacco brengt opnieuw verhalen aan het licht die zelden of nooit naar voor komen in conventionele berichtgeving.

De journalist-striptekenaar concentreert zich dit keer vooral op de moslimenclave Gorazde, waar hij 4 weken spendeerde. Gorazde werd voortdurend bestookt door Bosnische Serviërs tijdens de oorlog. De enclave had geen elektriciteit, geen stromend water, en geen contact met de buitenwereld. Sacco maakte de beschietingen van heel dichtbij mee en vreesde meermaals voor zijn leven. Hij veroordeelt ook het gedrag van de VN tijdens het conflict. Deze strip is niet voor gevoelige lezers.

Ik raad beide strips heel hartelijk aan. Journalistiek, en dan vooral oorlogsverslaggeving, hoeft niet altijd droog te zijn. Ik heb er een paar nachten niet van geslapen. Echt waar. Voor ik dit boek las wist ik niet dat dit aparte medium (strips?) zo krachtig zijn kon. Een uitgebreide bibliografie van deze schrijver vind je hier.

Journalistiek kan ook anders




‘Graphic Novel’ is een nogal vage - maar momenteel erg hippe - benaming voor een strip. Deze term wordt te pas en te onpas toegepast. Doorgaans zijn deze strips al snel enkele centimeters dik. Ze zijn ze altijd zwart-wit. En ze behandelen een ‘serieus’ onderwerp, maar dit kan natuurlijk wel op komische wijze, zolang de onderliggende toon niet al te absurd wordt. Genrebeperkingen zijn er niet. Fictie, non-fictie, kortverhalen, zodra de strip 1 vingerdikte of meer beslaat in breedte, wordt de strip een ‘Graphic Novel’.


De terminologie terzijde, velen onder jullie zullen op z’n minst Maus van Art Spiegelman kennen. Misschien Blankets (Craig Thompson) of Watchmen (Alan Moore) ook. Sinds de film Sin City is Frank Miller ook aan een opmars bezig. Maar vanuit journalistiek oogpunt zijn de strips van Joe Sacco wel heel opmerkelijk. Ikzelf was meteen onder de indruk van zijn unieke strips.


Joe Sacco is journalist én cartoonist. Zijn politiek-historische non-fictie werk wordt ook wel New Journalism of Comic-book journalism genoemd. Vooral Safe Area Gorazde en Palestine zijn uitzonderlijke werken.

In het 288 pagina’s tellende Palestine: In the Gaza Strip (die in 1996 de American Book Award won) beschrijft Sacco zijn bezoek aan de Palestijnse West Bank en de Gazastrook in het begin van de jaren 90. Hij interviewde er meer dan honderd Palestijnen én Joden.


"Sacco brilliantly and poignantly captures the essence of life under a repressive and prolonged occupation. Each page is equivalent to an essay on one of the many aspects of the occupation… His material is presented with a great deal of skill, insight and compassion." Naseer H. Aruri, Professor of Political Science at the University of Massachusetts

In reportagestijl vertelt Sacco over de goede en slechte (vaak gruwelijke) verhalen die hij hoorde. Sacco zelf is de hoofdrolspeler in zijn strips, we volgen hem en we maken mee wat hij meemaakt. De lezer krijgt een uitgebreide historische achtergrond, maar Sacco laat vooral de mensen aan het woord. Dit resulteert in een erg aangrijpend verhaal over de Palestijnse kwestie. Sacco probeert bovendien steeds neutraal te observeren.

"It figures that one of the first books to make sense of this mess would be a comic book."
Entertainment Weekly


Een voorbeeldje van Sacco's stijl is wel op zijn plaats. Na een hele tijd in de Gazastrook te hebben doorgebracht herinnert hij zich een gesprek met twee Israelische vrouwen. Een van hen vraagt "Shouldn't you be seeing our side of the story, too?" Hij denkt erover na: "And what can I say?... standing there with two girls from Tel-Aviv, it occurs to me that I have seen the Israelis, but through Palestinian eyes - that Israelis were mainly soldiers and settlers to me now, too."

Vervolgens neemt hij één van deze meisjes mee naar een Arabische markt, om haar te tonen dat de Palestijnen vriendelijke mensen zijn. Al wandelend naast een Israelische vrouw, lijken de Palestijnen hem plots vreemd en vijandig. Sacco voelt opeens de angst die de Israeli's voor de Palestijnen voelen. Hij ziet het conflict letterlijk van beide kanten.

Sacco creëert zo een erg genuanceerd beeld van het conflict. De lezer krijgt een in-depth reportage voorgeschoteld, waarin Sacco aantoont dat de grens tussen daders en slachtoffers vaak erg grijs is.


maandag 5 november 2007


Europese pleingekte

Zaterdagmiddag, nergens een spatje regen te bespeuren en niets doen. Of toch niets dringends. Vragend kijk ik naar mijn bezoek. Of we misschien iets ‘cultureels’ kunnen doen?
Iets cultureels, mij best, zo heeft een mens nog eens iets om over te praten.

Een bekende zoekmachine leidt onze aandacht naar het nieuwste paradepaardje van Europalia. Agorafolly is een Europees project dat de aandacht op jonge kunstenaars wil vestigen. Elke Europese lidstaat mag één kunstenaar uitsturen die per loting een Brussels plein ter beschikking krijgt om ‘iets’ mee te doen.

Enthousiast trekken wij onze beste wandelschoenen aan (lees:botjes met een bescheiden hakje van zo’n 10 centimeter) en begeven ons naar het Sint-Katelijne-plein, waar deze kunstzinnige route begint. Daar treffen we meteen een horde touristen aan, allen met koptelefoon op de oren geklemd. Deze formule kost geld, dus wij opteren dan maar voor het bescheiden, gratis foldertje.

Natuurlijk, het beoordelen van kunst is iets subjectief, daar zijn we ons van bewust. Maar hoe beter we ons best doen om dit gegeven in ons achterhoofd te houden, hoe moeilijker het wordt om onze lach te bedwingen. Resultaat, na het bekijken van drie ‘kunstwerken’ lopen we door de hoofdstad als twee gieberende tieners zonder kop. Ach ja, oud zien we er gelukkig nog niet uit.

Positief aan deze route is wel dat een mens nog eens iets ‘schoon’ ziet, wat dan eerder op de Brusselse binnenstad dan op de kunstwerken slaat. Als je het routeplan volgt kom je door alle mooie buurten van Brussel, en dat zijn er veel. Alhoewel we doorzetters zijn, beginnen onze voeten en maag na een paar uur toch een beetje te protesteren. Er komen nog wel regenloze dagen.

Agorafolly is een aanrader voor mensen, die zoals wij, nog niet zo vertrouwd zijn met onze hoofdstad, en daar dringend iets willen aan veranderen. Als is het zoeken naar de grote K in de kunstwerken op zich ook wel een belevenis. Geïnteresseerden moeten zich wel een beetje haasten. Zowat de helft van de 27 werken is ondertussen al ten prooi gevallen aan vandalen, hopelijk hebben ze er iets ‘kunstzinnig’ mee gedaan.

maandag 29 oktober 2007

Paranoid Park

Filmfan zijnde heb ik onlangs de laatste van Gus Van Sant bekeken. Gus kiest, net als in Elephant trouwens, opnieuw voor pubers met problemen.

De 15-jarige Alex is een student die houdt van skaten. Zijn vriend Jared overhaalt hem om naar het fameuze Eastside Skate Park (aka Paranoid Park) te gaan skaten. Alex is meteen gek van het park. Op een avond gaat Alex alleen naar Paranoid Park, waar hij enkele oudere skaters leert kennen. Hij gaat met één van hen mee treinhoppen bij het rangeerstation in de buurt. Daar gebeurt een vreselijk ongeluk. We komen wat later te weten dat het lichaam van een nachtwaker werd gevonden bij het station.

Alex'psychologische lijdensweg weet echter niet te boeien. De acteurs werden deels gerekruteerd via MySpace en dat zie je ook. Gabe Nevis (Alex) bezit weliswaar een zekere laid-back attitude die wel past bij het personage, maar de acteerprestaties zijn, door de band genomen, ronduit slecht.

De film zit vol flashbacks en flashforwards, waardoor je elke verhalende scène minstens drie keer te zien krijgt, maar dan telkens met wat meer achtergrondinformatie. Tussen deze scènes door krijgen we lange, dromerige shots te zien (vaak in slow-motion) die het schrale ritme van de film volledig de nek omdraaien. Deze –nochtans vaak erg poëtische- beelden zijn in Paranoid Park jammer genoeg niet veel meer dan vulling. Doorgaans zijn dit lange skatevideos, of lange tracking shots van de rug van Alex, terwijl hij (net zoals bij de blonde jongen uit Elephant) door de schoolgangen wandelt. Eigenlijk kan de hele film (89 minuten) tot een kwartiertje ingekort worden. Zonder verlies aan dialogen.

De soundtrack van Paranoid Park is, op zijn minst gezegd gediversifieerd. Van vreemde Franstalige minimalistische muziek, gregoriaanse gezangen, over gangsta rap, keiharde punk, naar country,... The sky is the limit. De enige stijl die je niet te horen krijgt is techno, maar Van Sant lost dit op door Alex en Jared(in een verder compleet overbodige scène) in een muziekwinkel dit genre te laten opzoeken.

Wat Van Sant met zo’n soundtrack juist voor ogen heeft, is me niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk wil hij hiermee de grote heterogeniteit van de jongerencultuur illustreren. Bij het buitenkomen uit de bioscoop is het enige wat je bijblijft van al die genres jammer genoeg ook niets meer dan arbitraire herrie.

Paranoid Park behoort niet tot Van Sant's beste werk. Als u een film wilt zien over getroubleerde tieners, in dezelfde gezapige stijl, raad ik Elephant aan.

Volgende week bespreek ik "The asassination of Jesse James by the coward Henry Ford."

zondag 28 oktober 2007

Er zit misschien een oog in je vlieg


De Harvard University's School of Engineering and Applied Sciences is erin geslaagd een vliegende camera te ontwikkelen ter grootte én met het uitzicht van een vlieg. Het mechanische insect heeft een spanwijdte van 3 centimeter en weegt 60 milligram (foto: www.flightglobal.com).


Het wetenschappelijk tijdschrift Eos meldt deze uitvinding van de kleinste entomopter tot nu toe. Entomopter is de naam die Robert C. Michelson aan zijn robotinsecten gaf. Opvallend aan deze creaturen is dat ze zich niet via een mechanisme voortbewegen, maar dankzij een Reciprocating Chemical Muscle (RCM): door elektrische stroomstootjes veranderen elektroactieve polymeren van vorm, waardoor samentrekkingen ontstaan, net als bij een spier.


Een bewegende mini-robot met een camera? Dat ruikt naar spionage, en dat vonden de spionnen blijkbaar ook. De US Defence Advanced Research Projects Agency (DARPA) is namelijk de grote geldschieter van het 'robotic fly project' van de Harvard universiteit. Spionagediensten zijn al van in het begin geïnteresseerd in het concept van de entomopter, maar tot nu bleven de 'beestjes' vrij groot: ongeveer de omvang van een handpalm, wat hen uiteraard iets opvallender maakte dan een robotvliegje van drie centimeter.


Een laatste hindernis die nog moet worden overwonnen, is het 'intelligent' maken van de robotvlieg. Het mechanisme moet via de ingebouwde camera zelf zijn weg kunnen zoeken in een ruimte en hindernissen kunnen ontwijken. Op de bestemming aangekomen, moet de robotvlieg dan op een muur gaan zitten en zijn camera richten op een voorgeprogrammeerde persoon. Maar zover staat het nog niet. Dus kijk ik extra vaak achterom sinds er gisteren een vlieg in mijn soep dreef...

zondag 21 oktober 2007

48 Hour Film Project voor het eerst in België: creatief met verf (en pappie’s en zaklampen)

Afgelopen zaterdag kon je in de Sphinxbioscoop te Gent de resultaten van het eerste Belgische 48 Hour Film Project bekijken. Welke van de dertien filmpjes de jury tot winnaar uitroept, wordt pas volgende week bekend gemaakt.
Het concept van het van oorsprong Amerikaanse 48 Hour Film Project is simpel: op vrijdagavond komen alle deelnemers samen en krijgen een aantal elementen die ze in hun filmpje moeten verwerken. Elke groep moet bovendien een ander –opgelegd- genre maken. Zowel professionele filmmakers als amateurs mogen meedoen. Na achtenveertig uur, en geen minuut later, moeten de afgewerkte producten weer binnen zijn.

In de praktijk blijkt zo’n filmpje ineendraaien allesbehalve eenvoudig. De filmmakers moeten zelf voor ideeën, filmmateriaal, decors en acteurs zorgen, en dat allemaal binnen de twee dagen. Er waren dan ook enkele filmpjes die buiten competitie werden vertoond, wegens te laat binnen gebracht. Jelle De Rock van Mystic Productions: "Ons filmpje was zo goed als afgemonteerd, toen bleek dat door één of ander technisch defect alle geluid gewist was. Een kwartiertje voor we de film moesten indienen! We hebben alle dialogen en geluiden nog ‘gedubd’, maar we waren tien minuten te laat." En achtenveertig uur is achtenveertig uur, dus ook Mystic Productions werd uit de competitie gehaald.

Wat krijg je eigenlijk na twee dagen filmen? Zeer grote verschillen in kwaliteit, zowel technisch als inhoudelijk, zo blijkt. Ook was het duidelijk niet voor iedereen even gemakkelijk geweest om de verplichte elementen op vloeiende wijze in het verhaal te verweven. Wat zorgde voor zowel bedoelde als onbedoelde hilarische situaties. Probeer maar eens een pappie, een schilderij en een zaklamp in pakweg een western te wringen...

Als toeschouwer kon je stemmen op je drie favoriete filmpjes, maar er was ook een professionele jury aanwezig in de Sphinx. Filmmakers Julien Vrebos, Hans Herbots, Rudi Van Den Bossche en Nathalie Teirlinck en filmcriticus Ben Van Alboom zullen op 27 oktober bekendmaken wie er met de hoofdprijs gaat lopen. De winnaars krijgen gedurende een week een super 16 mm-camera ter beschikking. Niet meteen de meest glamoureuze prijs, maar het filmpje zal ook op het Filmapalooza Festival in Albuquerque in de VS vertoont wordten, en dat ruikt al meer naar roem en rode lopers. Nu ja, Albuquerque...

Zaterdag 27 oktober prijsuitreiking op de afterparty in Make-Up Club, Ketelvest 51b, 9000 Gent.

donderdag 18 oktober 2007

Klaar voor een derde golf


R&B-cultuur

‘Onze scholieren geraken meer en meer doordrongen van de R&B-cultuur.’ Verschillende leerkrachten en opvoeders uitten hun zorgen omtrent dit fenomeen in de weekendkrant van De Morgen. Meisjes worden regelmatig aangesproken als ‘bitches’, en verschijnen half naakt op schoolfeestjes, maar ook in de les.
Wel blijken de Vlaamse scholieren een stuk kuiser dan hun Nederlandse collega’s.

Fellatio in ruil voor een breezer

Bij onze noorderburen maakt men zich al een tijdje zorgen over de seksualiteitsbeleving van hun jeugd. Gaande van decadente schoolfeestjes, over het toenemende aantal groepsverkrachtingen, tot het aanbieden van seksuele diensten in ruil voor geld en gratis drank.

Dit laatste fenomeen werd twee jaar geleden onderzocht door de Nederlandse gezondheidsdienst GGD. Deze dienst had geruchten opgevangen over het bestaan van feestjes waar heel jonge meisjes hun beste fellatio-technieken ten toon spreiden in ruil voor een breezer. GGD besloot enkele veldwerkers uit te sturen. Met het idee dat het wel om een marginaal fenomeen zou gaan, doken ze in hun pikantste outfit, en gingen undercover.

Het woord ‘marginaal’ bleek op twee manieren niet op te gaan. Ten eerste was het fenomeen grootschaliger dan verwacht. Ten tweede week de sociale afkomst van de jongeren af van wat ze verwachtten. Niet alleen kansloze jongeren uit achtergestelde wijken maar vaak gewone, uit de middenklasse afkomstige, jongelui.

De evoluties bij onze noorderburen, zetten de Nederlandse regering er toe aan om maatregelen te nemen tegen de beeldvorming van het meisje als lustobject. Goede poging, dat wel. Maar het is de manier waarop ze dit willen aanpakken -meer vrouwen aan het werk krijgen- die vragen oproept. Goed voor de economie, dat is zeker, maar of dit echt de beeldvorming bij de jeugd zal veranderen? Misschien als je eerst het glazen plafond wegwerkt, maar dat is een andere discussie.

Behagen

Gelukkig zijn deze besproken Nederlandse situaties, vooral voor ons belgenlandje, uitzonderlijke gevallen. Maar ze wijzen wel op een onderliggend fenomeen.
Onze samenleving wordt meer en meer geseksualiseerd, en het zijn vooral jonge mensen die daar beïnvloedbaar voor zijn. Twee feministische golven en een seksuele revolutie ten spijt, blijkt dat jongeren, en dan vooral de meisjes, nog niet bevrijd zijn.

Noem het de R&B-cultuur. Iedereen kent het beeld wel, clips, waar één of meer potige kerels omringd worden door een troep geile, rondborstige deernen, die letterlijk staan te kronkelen om uitverkozen te worden. Vrouwvriendelijk kan je het moeilijk noemen.
Maar het hoeft zelfs zo ver niet te gaan. Sla om het even welk vrouwenblad open. De boodschap wordt erin gepompt: ‘Wees mooi, sexy, goed in bed’. Met andere woorden: ‘Wees behaaglijk’.

Op honderd jaar tijd, van opgesloten in katholieke regels en een bekwellende keuken, naar gevangen in een onbereikbaar ideaalbeeld. Misschien toch niet de kwalitatieve sprong zoals voorgesteld.
Wie begint er aan de derde golf?

zondag 14 oktober 2007

Moed

Eindelijk thuis. Het jeugdhuis blinkt. Na het feestje van gisteren was het er een slagveld. Het kuisen zelf is geen probleem. Maar er is behoorlijk wat moed nodig om eraan te beginnen. Die eerste indruk als je binnen stapt is ontmoedigend. Beelden van Banda Atjeh na de tsunami komen bij me op. Overal bier en bekers. Ik doe mijn best me te herinneren welke kleur de vloer eigenlijk heeft. De geur van sigaretten en verschaald bier. Je ruikt die niet enkel, je smáákt het.
Voorzitster Dominiek zegt "I love the smell of verschaald bier in the morning" en vliegt er meteen in. Wat een vrouw. Ik baan me een weg tussen de bekers en ga de vaten afsluiten. Eventjes respijt. Dan begin ook ik eraan. Barstoelen op den toog, vegen & bekers van de grond opscheppen, 'swifferen' en water wegtrekken. Dan een uurtje relaxen met de andere kernleden. Dan weer naar binnen, stoelen en tafels op hun plaats, flight-case en pooltafel op hun respectievelijke plaats, en dat was het dan. Wat later zegt Wart dat hij niet kan wachten tot de volgende fuif. Ik ga volledig akkoord.

vrijdag 12 oktober 2007