dinsdag 4 december 2007

Rwanda bant plastic zakjes



In haar ijver om van Rwanda één van de aantrekkelijkste Afrikaanse landen te maken, voert de Rwandese overheid sinds 2004 strijd tegen de plastic zak. En zoals bij zowat alles wat ze doet, doet de regering Kagame dit grondig.

Wie de laatste jaren naar Rwanda gereisd heeft zal het wel gemerkt hebben. Eens in de luchthaven van Kigali aangekomen wordt je bagage aan een grondige controle onderworpen. Controles op drugs of wapens, zou een mens denken. Maar niets is minder waar, voorwerp van deze zoektocht vormt de ordinaire plastic zak.

Oog voor het milieu

Het regime in Kigali hecht veel belang aan de netheid van hun land. Dit zowel vanuit milieubewuste redenen, als uit de overweging dat een proper en verzorgd Rwanda meer toeristen aantrekt, en dus meer geld naar het land brengt.

Het is vanuit deze gecombineerde visie dat de regering Kagame in 2004 de strijd aanging tegen plastic zakjes, en een nationale bewustmakingscampagne op touw zette waarbij elke Rwandees werd opgeroepen om een dagje vrij te nemen en zijn buurt te ontdoen van alles wat plastic was.

In 2006 mondde deze strijd uit in een verbod op plastic zakjes,dunner dan 100 micrometer, dat via een milieuwet werd vastgelegd.

Volgens Marleen Vos, verantwoordelijke voor de partnerwerking met Afrika bij de Belgische NGO 11.11.11 , werpt het verbod, alleszins in de Rwandese hoofdstad Kigali, zijn vruchten af. “Kigali is naar Afrikaanse normen een heel propere stad. Vooral als je ze vergelijkt met bijvoorbeeld Kinshasa. In de Congolese hoofdstad wordt bijna alles, zelfs water, in plastic zakjes verkocht. Aangezien het vuilnis er niet wordt opgehaald, verzamelen de burgers na verloop van tijd deze afval en verbranden het, wat heel schadelijk is voor het milieu en de gezondheid van de bevolking.”

Vervuiling door plastic zakjes is een groot probleem in het hele Afrikaanse continent. Grote delen van Afrika liggen bedekt onder een dun laagje plastic. In Zuid-Afrika heeft men zelfs een naam voor dit fenomeen. De rondzwevende plastic zakjes worden er de ‘national flower’ genoemd, verwijzend naar het kleurrijke beeld dat deze vervuiling achterlaat.

Het hoeft niet gezegd dat milieuverenigingen opgetogen zijn over het verbod. Plastic zakjes zijn immers heel vervuilend door de olie die ze bevatten, en het duurt meer dan 10 jaar voor ze volledig vergaan zijn.

De keerzijde van de medaille

Maar niet iedereen is onverdeeld gelukkig met dit regeringsinitiatief. Zowel aan de kant van de Rwandese consumenten, als aan die van de winkeliers, valt er wat gemor te horen.

De overheid stelde enkele alternatieven voor om het gebruik van de plastic zak te vervangen. Eén daarvan is de papieren zak, milieuvriendelijker dat is zeker, maar deze zak is wel vijf keer zo duur als de plastic variant. Aangezien de kost van verpakkingen meestal wordt doorgerekend in de prijs van de producten, wordt de Rwandese consument dus in zijn, over het algemeen genomen, nogal magere beurs getast.

Maar ook de winkeliers voelen zich een beetje in de kou gezet. Zij vinden dat de overheid te weinig rekening houdt met specifieke situaties. Zo is het volgens hen onmogelijk om vis of vlees te vervoeren in een papieren zak. Ook vrezen zij voor het verlies aan klanten door de hogere prijs.

Volgens de Rwandese Minister van Milieu, Drocella Mugorewera, moeten consumenten die een probleem hebben met het gebruik van papieren zakken maar overschakelen op de traditionele mand.

Autoritaire trekjes

De Rwandese overheid waakt er nauwlettend over dat het verbod wordt nageleefd. Controleurs in de nationale luchthaven zorgen ervoor dat geen enkele toerist met een plastic zak in zijn bezit het land binnenkomt.

Winkeluitbaters die zich niet aan het verbod houden kunnen maatregelen verwachten en die zijn soms hard. Minister Mugorewera geeft toe dat de regering al een aantal winkels gesloten heeft omdat de uitbaters het verbod in de wind sloegen.

Ook zouden regeringsmilities regelmatig burgers tegenhouden die toch hun aankopen vervoeren in plastic zakjes, en daarbij gaan ze niet altijd even vriendelijk te werk. Volgens BBC-News zijn er klachten van Rwandese burgers dat regeringsmilities het verbod aangrijpen om de producten, die in de plastic zakjes vervoerd worden, te stelen of te vernietigen.

Zijn dit voorbeelden van de autoritaire trekjes waarmee president Kagame, volgens verschillende internationale NGO’s zoals 11.11.11, Amnesty International en Human Rights Watch, regeert?

“Vooral de uitvoering van dit verbod kan men in het licht van het autoritaire karakter van de Rwandese regering bekijken”, zegt Filip Reyntjens, Professor aan de Antwerpse universiteit en Rwanda-kenner. “Maar toch kan ik het verbod ,dat de regering heeft ingesteld, volgen. Het is een uiting van het ‘engineering’-karakter van het regime in Kigali, de Rwandese regering gelooft dat de wereld maakbaar is. De uitvoering bevat dus wel enkele autoritaire kantjes, maar ik heb de indruk dat de schade voor de gewone Rwandees in dit domein wel meevalt”.

Trendsetters

Rwanda is niet het enige land dat de strijd tegen de plastic zak heeft aangeknoopt, maar het was wel één van de eersten. Andere landen waar de plastic zak verboden is, zijn Bangladesh, Zuid-Afrika en Bhutan. Ook de steden Mumbai en San Fransisco weerden de plastic zak uit het straatbeeld. Sommige landen vinden een verbod een brug te ver gaan, en kiezen voor het heffen van een tax, of laten, zoals Ierland en Taiwan, de consument betalen voor het gebruik van een plastic zak.

Ook wij, Belgen, moeten in steeds meer winkels betalen voor hetgeen we slechts een paar maand geleden nog als een vanzelfsprekende klantenservice zagen. Duidelijk mag zijn dat de strijd tegen de plastic zak een algemene trend is, al verschilt de manier waarop men die aangaat van land tot land.

1 opmerking:

Anoniem zei

veel geleerd