woensdag 30 januari 2008

The Banishment (Izgnanie)

De personages in The Banishment leven niet alleen buiten de stad, maar ook buiten de tijd en buiten elkaar. Alex verlaat de stad met zijn vrouw Vera (een schitterende Maria Bonnevie) en hun kinderen Kirr en Eva om zich op het platteland in het huis van zijn overleden vader te vestigen. Op de avond van hun aankomst vertelt Alex’ vrouw Vera hem dat ze zwanger is en dat het kind niet van hem is… Alex vlucht radeloos weg en gaat zijn oudere broer om raad vragen. Marc raadt hem aan haar te vergeven… of te vermoorden.

De Russische cineast Zvyagintsev laat veel ruimte open voor interpretatie en bevordert deze bewust door de alomtegenwoordige tristesse onder te dompelen in bijbelse metaforiek. De film zit vol - al dan niet impliciet gelaten - religieuze toespelingen (De titel slaat op de verbanning uit het paradijs, Eva reikt haar moeder een appel aan,…). Dergelijke ‘sleutels’ brengen de veelgelaagdheid van de film naar boven, wat ervoor zorgt dat je de film op verschillende niveaus gaat interpreteren. Zo is de zwangere Vera – in het blauw gekleed – niet alleen een moeder, maar ook een madonna.

Chef foto Mikhail Krichman, die ook al aan Zvyagintsev’s eerste film The Return (Gouden Leeuw Venetië, 03) meewerkte, levert puik werk. Vooral de scène waarin de bron naast het huis weer op miraculeuze wijze begint te stromen is prachtig in beeld gebracht. In het water zien we nog de weerspiegeling van het huis vooraleer de regen het beeld troebel maakt. Net zoals in Edgar Allen Poe’s The Fall of the House of Usher (waarin de toestand van het landhuis een metafoor is voor de familiale situatie), duidt deze scène op de eeuwige terugkerende cycli van het leven. Ook de vele zwart-wit foto’s van Alex’ vader en zijn gezin en de slotscène waarin Alex een Breugheliaans tableau vivant passeert (enkele zingende boerinnen), dragen allemaal dezelfde boodschap van eeuwige continuïteit uit, waardoor deze tijd-(en ruimte)loze parabel eindigt met een optimistische noot. (meer op filmmagie.be)

drama / reg. Andrey Zvyagintsev / sce. Oleg Negin & Zvyagintsev, met medewerking van Artiom Melkumjan, naar het kortverhaal ‘The Laughing Matter’ van William Saroyan / fot. Mikhaïl Kritchman / muz. Andreï Dergachev & Arvo Pärt / mon. Anna Mas / act. Konstantin Lavronenko (Alex), Maria Bonnevie (Vera), Alexandre Balouiev (Mark), Maxime Shibaev (Kir), Cathérine Kulkina (Eva) / pro. Dmitri Lesnevski voor Renfilm / RU-F-B / 2007 / 150’ / dis. Imagine / oorspronkelijke titel: Izgnanie / Release 13 februari

Lust, Caution (Se, Jie)

Shanghai 1942, mevrouw Mak stapt een café binnen waar ze een telefoontje pleegt (in codetaal). Ang Lee (Brokeback Mountain en Crouching Tiger, Hidden Dragon) brengt met (Gouden Leeuw 07) Lust, Caution een adembenemende erotische spionagethriller. Vanuit het café keren we via een flashback terug naar Hongkong anno 1938, waar blijkt dat mevrouw Mak eigenlijk Wong Chia Chi heet. Samen met een groepje medestudenten vat Wong het ambitieuze plan op om een aanslag te plegen op Mr. Yee, een hooggeplaatst collaborateur met de Japanse bezetter. Wong zal zich voordoen als de vrouw van een Chinees industrieel om het vertrouwen van Yee’s echtgenote te winnen, om zo de achterdochtige Yee te verleiden en uiteindelijk in een val te lokken.



LUST, CAUTION deed in China heel wat stof opwaaien. De Chinese critici kunnen het niet hebben dat een patriottische vrouw zwicht voor de charmes van een verrader van de Chinese zaak. De film werd tot zes maal toe geknipt en twaalf minuten (vooral erotische scènes) moesten eraan geloven voor de film in de zalen mocht. Geen betere publiciteit, want intussen bracht LUST, CAUTION in China wél al zo’n 90 miljoen yuan (of acht miljoen euro) op.

Zoals de titel aangeeft vormt het subtiele verleidingsspel tussen de protagonisten Wong en Yee de kern van LUST, CAUTION. Dit staat in sterk contrast met de expliciete seksscènes, die bij momenten zelfs aan de kracht van L’Empire des Sens doen denken. De seks is echter een essentieel deel van de film, want de twee personages worden gaandeweg volledig door hun lust verteerd. Zo geeft Yee Wong een enorme diamant, die meer zijn wanhopige afhankelijkheid symboliseert dan zijn liefde. De hoofdrolspelers weten op een geloofwaardige manier afkeer en fascinatie met elkaar te verzoenen. Een aanrader.
Voor een volledige recensie én een interview met Ang Lee, één adres: het maandblad Filmmagie

spionagethriller / reg. Ang Lee / sce. Wang Hui-ling, James Schamus naar een kort verhaal van Eileen Chang / fot. Rodrigo Prieto / muz. Alexandre Desplat / mon. Tim Squyres / act. Tony Leung Chiu-wai (Mr. Yee), Tang Wei (Wong Chia Chi alias Mrs. Mak), Joan Chen (Mrs. Yee), Wang Leehom (Kuang Yu Min), Kar Lok Chin (Tsao) / pro. Bill Kong, Ang Lee & James Schamus / HK-USA-CN / 2007 / 157’ / dis. Cineart / originele titel: SE, JIE
Release 30 januari

zondag 27 januari 2008

Plasje

Elke week kijk ik er naar uit, de wandeling door de gang van het Centraal Station naar de metro.

Op zondagavond passeer ik er, nog wat gemarineerd van de avond voordien, en dan schreeuwt mijn maag: let op, ik houd het niet meer.

De gang naar de metro is het favoriete toilet van vele daklozen in onze hoofdstad. Iedereen kan zich daar wel iets bij voorstellen.

Adem inhouden lukt niet, tegen je het einde van de gang bereikt, zie je blauw. Sjaal voor de neus, en doorlopen dan maar.

Gelukkig zijn er de vele kraampjes waar Peruanen en hippies hun prullen proberen aan de man te brengen. Hun wierrookstokjes zijn een echte zegen.

Koffiefabrikant Douwe Egberts maakt momenteel reclame in de fameuze gang met posters waarop hun bekende slogan prijkt.
‘Het ruikt hier naar Douwe Egberts’

You wish.

The assassination of Jesse James by the coward Robert Ford

Part 2: The Music


Zoals gezegd ben ik geen Westernfan. Toch werd ik gemakkelijk overtuigd om naar ‘The assasination of’ te gaan kijken, en gelukkig maar.

Het horen van één naam was voldoende om mij in de zaal te krijgen. De muziek voor deze kaskraker werd immers gemaakt door mijn eeuwige favoriet Nick Cave. De zwarte raaf klopte aan bij zijn Bad Seeds-violist Warren Ellis en samen maakten ze een soundtrack die er mag wezen.

Weinig doet denken aan the Bad Seeds of Grinderman. Geen melancholische ballads of doorgedraaide rock. Het werd een rustige, instrumentale soundtrack, die nooit om de aandacht wil concurreren met de film. Integendeel, de muziek ondersteunt de prent perfect.

Voor diehard fans zoals ik, is er nog een extraatje. Aan het einde van de film duikt Nick Cave zelf op. Mét vettige hangsnor, die we kennen van zijn solotournee en Grinderman.

Hij verschijnt in een volkscafé waar hij een ballad brengt ter ere van ‘the coward’ Robert Ford. Daarbij doet hij geen beetje moeite om nog niet overtuigde luisteraars te bekeren met zijn zangtalent. Puur amusement.

Fans wees verheugd. Op 3 maart brengt workaholic Cave, samen met zijn Bad Seeds, een nieuwe plaat uit die ‘Dig Lazarus dig’ zal heten. Dat belooft.